Water voor terrestrische natuur
De kaart toont de ligging van Nederlandse natuurgebieden, onderverdeeld naar grondwaterafhankelijkheid en de mogelijkheden voor wateraanvoer uit het hoofdwatersysteem.
Allereerst zijn natte, grondwaterafhankelijke natuurgebieden (cat 1, cat 4 en overige natuur) onderscheiden van droge natuurgebieden.
Daarna is bepaald wat de wateraanvoermogelijkheden zijn vanuit het hoofdwatersysteem. Rijkswaterstaat hanteert hiervoor de verdringingsreeks. Een deel van de Nederlandse natuurgebieden bevindt zich in categorie 1 van de verdringingsreeks: natuur gebonden aan bodemgesteldheid, waarbij watertekort tot onomkeerbare schade kan leiden. Dit zijn de veengebieden met hoofdfunctie natuur, waar wateraanvoer het natuurgebied ook daadwerkelijk kan bereiken. Natuurgebieden op veen die voor wateraanvoer niet bereikbaar zijn, zijn weergegeven als overige natuur. In deze gebieden biedt wateraanvoer vanuit het hoofdwatersysteem geen soelaas en is de beschikbaarheid van gebiedseigen water van groot belang. Natte natuur, waar bij watertekort geen onomkeerbare schade optreedt, valt in categorie 4.
Tenslotte is aangegeven of de gebieden een beschermde status hebben. Natura2000 betreft het Europese netwerk van beschermde natuurgebieden, de overige gebieden zijn geclassificeerd niet-Natura2000.
Uitgebreide toelichting
In Nederland zijn grofweg vijf typen natuur te onderscheiden:
1. Hoge zandgronden met bossen en droge heide
2. Natte natuur met hoge waterpeilen zoals het IJsselmeer, de weerribben en oppervlaktewater- gevoede veenplassen.
3. Kwelafhankelijke natuur die veelal in beekdalen te vinden is.
4. Overstromende natuur, zoals de uiterwaarden in het rivierengebied.
5. Duinen en stranden
Kwelafhankelijke natuur is gebonden aan hoge grondwaterstanden en grondwater met een specifieke chemische samenstelling (basen rijk en niet verontreinigd). De kwelafhankelijke natuurgebieden zijn voornamelijk te vinden in beekdalen, maar ook in andere gebieden waar sprake is van een kwelsituatie, zoals bijvoorbeeld langs de Hondsrug, de Utrechtse Heuvelrug en de Veluwe wordt de natuur beïnvloed door het grondwater. Andere systemen die sterk afhankelijk zijn van de grondwatersituatie zijn hoogvenen en vennen. Ook in de duinengebieden is de natuur vaak afhankelijk van specifieke beïnvloeding door grondwater. In veel kwelafhankelijke natuur is sprake van verdroging en verzuring door te lage grondwaterstanden in omliggend gebied (door drainage) of door grondwateronttrekkingen (Aggenbach, 2005, Witte et al. 2007).
In terrestrische ecosystemen is vaak sprake van vermesting door te voedselrijk grondwater. Al deze knelpunten leiden tot afname van de biodiversiteit (Aggenbach, 2005, Witte et al. 2007).
Meerdere ecosysteemdiensten maken gebruik van dezelfde watervoorraad. Voor natte natuurgebieden en waternatuur (beken en kreken) is het van belang dat voldoende water van goede kwaliteit aanwezig is. Beschikbare grondwatervoorraden spelen hierin een cruciale rol, niet alleen voor de levering van voldoende water, maar ook van de juiste kwaliteit. De capaciteit van deze voorraden neemt af door gebruik voor andere ecosysteemdiensten, zoals onttrekkingen voor irrigatie en drinkwater (figuur 1). Ook andere ontwikkelingen die ingrijpen op de grondwaterstanden en stijghoogten, zoals toename van drainage in landbouwgebieden, kunnen van grote beperkende invloed zijn op kwelafhankelijke natuur.
In tijden van watertekort hanteert Rijkswaterstaat de verdringingsreeks om te bepalen hoe het oppervlaktewater uit de rijkswateren wordt verdeeld over verschillende watervragers. Een deel van de Nederlandse natuurgebieden bevindt zich in categorie 1 van de verdringingsreeks: natuur gebonden aan bodemgesteldheid) omdat watertekort tot onomkeerbare schade kan leiden. Overige natte natuur valt in categorie 4. Voorwaarde is uiteraard dat het aangevoerde oppervlaktewater de gebieden daadwerkelijk kan bereiken. Voor verdeling van het grondwater ontwikkelen waterschappen beleid.
De natuurgebieden leveren vervolgens zelf ook weer belangrijke ecosysteemdiensten. Goed functionerende terrestrische natuur-gebieden zoals categorie 1 en 3 hebben over het algemeen een hoge biodiversiteit aan bacteriën en schimmels. Deze variatie in bodemleven is in sterke mate bepalend voor het optimaal functioneren van de biochemische cycli en het reinigend vermogen van de bodem (o.a. Rutgers e.a. 2007). Bossen op de hogere zandgronden (categorie 1) dragen door hun verdamping bij aan een goede temperatuurregulatie. Niet ontwaterde natuurgebieden op de hogere zandgronden (categorie 1) vormen belangrijke aanvullingsgebieden voor het diepere grondwater.
Standard
dataIdentificatie
- Date (Creation)
- 2014-11-05
- Unique resource identifier
-
95450c25-f805-49ce-9da6-34b0ef436b93
- Status
- Under development
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
- Keywords
-
-
grondwater
-
beregening
-
landbouw
-
watervoorziening
-
regulering
-
stroming
-
ecosysteem diensten
-
- Use limitation
-
Deze kaart is bedoeld voor gebruik in de Atlas Natuurlijk Kapitaal.
Betrouwbaarheid: B. Conform specificaties Nationaal Georegister
Legal constraints
- Access constraints
- Other restrictions
DataQuality
- Hierarchy level
- Dataset
- Lineage
-
Vervaardigd door Deltares. Bronbestanden: bodemkaart 1:50.000 (Alterra), Habitat rapportages, watervoorzieningskaart (RWS).
Natura2000 gebieden gebaseerd habitatrichtlijn-rapportage
Metadata
- Metadata language
- Nederlands; Vlaams
- Hierarchy level
- Dataset