From 1 - 10 / 20
  • Categories  

    Deze kaart geeft een overzicht van kansrijke maatregelen, verspreid over Nederland, om de bergingscapaciteit van de ondergrond te benutten. De bergingscapaciteit voor water in de ondergrond biedt veel mogelijkheden, zowel ten behoeve van zoetwatervoorziening tijdens droge perioden als voor het opvangen van neerslag- en hoogwaterpieken. De ondergrond werkt in beide gevallen regulerend, als een buffer, om het effect van extreme klimatologische omstandigheden op te vangen en te verkleinen. De ecosysteemdienst die de ondergrond biedt is in dit geval het vasthouden van gebiedseigen water in bovenstroomse gebieden. Dit wordt ook wel bergen aan de bron genoemd. Voor perioden van droogte biedt benutting van de bergingscapaciteit mogelijkheden voor de zoetwatervoorziening, doordat het geborgen water langere tijd beschikbaar blijft, zowel voor onttrekkingen (drinkwater, beregeningswater, proceswater), als via grondwaterstroming. Dit laatste leidt tot een constantere voeding van natte (kwelafhankelijke) natuurgebieden. Voor een selectie van zeven waterregulerende maatregelen (afkomstig uit de Fresh Water Options Optimzer; Van Bakel e.a., 2014) zijn de inlvoed van de fysische eigenschappen van de ondergrond in kaart gebracht. Een 8e maatregel is daar later aan toegevoegd (zie verderop in de toelichting) Het gaat om de volgende maatregelen: (1) drains2buffer - aanleg van dieper gelegen, regeblare drains in gebieden met dunne regenwaterlenzen in zoute kwelgebieden met als doel verdikking van de zoetwaterlens. (2) regelbare drainage - vervanging traditionele drainage door regelbare en/of klimaatadaptieve drainage. (3) kreekruginfiltratie – verhoging van de grondwaterstand door actieve infiltratie via drains. (4) freshmaker – injectie van zoet water in zoute watervoerende pakketten middels horizontale putten. In tijden van schaarste wordt het zoete water teruggewonnen. Injectie (op 5 – 10m diepte) wordt gecombineerd met onttrekking van zout water op een iets grotere diepte (15 – 20m) om de zoetwaterbel op zijn plek te houden. (5) verticale ASR – Aquifer Storage and recovery – injectie van zoetwater tijdens perioden van overschot middels een verticale put en onttrekking van datzelfde water via diezelfde put in tijden van schaarste. (6) waterconservering door aanleg van stuwen die zowel het oppervlaktewater als het grondwaterpeil verhogen. (7) waterconservering door slootbodemverhoging (figuur 1) die de drainagebasis verhoogt (8) MAR – Managed Aquifer Recharge – actieve infiltratie bij overschot; terugwinning middels pompen of via natuurlijke wegen benedenstrooms als voeding voor beeksystemen en andere natte natuurgebieden.

  • Categories  

    Wat ziet u: de trend in de gemiddelde nitraatconcentratie in de bovenste meter van het grondwater in natuurgebieden voor de periode 1989-2014. De kaart toont de daling (in %) in nitraatconcentratie per locatie tussen 1989 en 2014 (een groen/geel bolletje: nitraat is gedaald; een rood/paars bolletje: nitraat is gestegen). De enige input van N en S in deze gebieden vindt plaats via de lucht, via atmosferische depositie. Door (inter)nationale maatregelen zijn N en S emissies en deposities afgenomen en dit is terug te zien in de trends in het grondwater in natuurgebieden. De kaart is gebaseerd op metingen van het TrendMeetnet Verzuring. Op 150 locaties in Nederland, met name in bos/heide-gebieden op zand, zijn monsters genomen van de bovenste meter van het grondwater. De locaties zijn in de periode 1989-2014 6 maal bemonsterd.

  • Categories  

    Water kan op veel plekken geborgen worden. Dit bestand geeft een beeld van de Waterberging in grote meren, waarmee de maximale bergingscapaciteit van de grote oppervlaktewateren bedoeld wordt. Deze is in beeld gebracht in m3 voor verschillende peilopzetten. De extra bergingscapaciteit wordt weergegevenbij een peilopzet van 10cm, 20cm en 30cm.

  • Categories  

    De kaart geeft een beeld van de belangrijkste opnamepunten voor industriewater uit het oppervlaktewater. Het gat om de locatie van de 20 grootste industrieële onttrekkingen.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen emerging substances als potentiële of actuele probleemstof zijn aangetroffen. Tot de stofgroep 'emerging substances’ zijn nieuwe en nog niet genormeerde stoffen gerekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om hormonen, geneesmiddelen en industriële stoffen zoals DTPA en EDTA. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. In een gebiedsdossier van een winning worden door de betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterbeheerder) huidige en toekomstige risico’s voor de waterkwaliteit geïnventariseerd. Deze risico’s kunnen zowel inhoudelijk als beleidsmatig van aard zijn. In de gebiedsdossiers worden ook mogelijke maatregelen geïdentificeerd waarover de partijen in een volgende fase afspraken maken. Ook geven de regiehouders vorm aan het proces van afspraken maken en bewaken zij de voortgang van de uitvoering van maatregelen zoals die zijn afgesproken.

  • Categories  

    Deze kaart geeft de ligging aan van de boringsvrije zones rondom drinkwaterwinningen. Deze zones zijn ingesteld om te voorkomen dat afsluitende lagen in de ondergrond (bijvoorbeeld klei- of leemlagen) worden doorboord. Deze lagen bieden bij kwetsbare winningen een extra bescherming tegen het uitspoelen van verontreinigingen naar het diepere grondwater dat bestemd is voor drinkwaterproductie. Naast deze lokale boringsvrije zones rondom winningen zijn er ook een aantal regionale boringsvrij zones weergegeven op deze kaart. Een voorbeeld hiervan is de Centrale Slenk. Dit gebied van Horsten en Slenken wordt beschermd met een broingsvrije zone vanwege zijn status als aardkundig monument.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen oude verontreinigingen als potentiële of actuele probleemstoffen zijn aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Bij veertig van de 215 beschouwde winningen komen stoffen voor in het onttrokken water die kunnen worden gerelateerd aan de aanwezigheid van oude bodemverontreinigingen in normoverschrijdende concentraties. Bij 54 winningen komen in het onttrokken water stoffen voor die kunnen worden gerelateerd aan oude verontreinigingen in concentraties van 75 procent van de norm. Bij 22 van deze 54 winningen komen zowel parameters voor die een probleemstof vormen als parameters die een potentiële probleemstof vormen. De aanwezigheid van deze stoffen is vaak gekoppeld aan het voorkomen van stedelijk gebied of (voormalige) industriële activiteiten of stortplaatsen in het intrekgebied. Het betreft winningen verspreid over het hele land. Dit betekent dat voor 72 winningen stoffen gerelateerd aan ‘oude’ verontreinigingen een probleem of risico vormen. Dit betreft 57 grondwaterwinningen en 15 oppervlaktewater- en oevergrondwaterwinningen. Bij de categorie oppervlaktewater- en oevergrondwaterwinningen moet worden opgemerkt dat deze categorie stoffen vooral voorkomt bij oevergrondwaterwinningen en maar een enkele maal bij oppervlaktewaterwinningen. Daarbij gaat het vaak om overschrijdingen van de signaleringswaarden in het Drinkwaterbesluit (Bijlage A, Tabel IIIc) van verschillende koolwaterstofverbindingen, maar ook om overschrijding van normen in het Drinkwaterbesluit (Bijlage A, Tabel II) zoals Polycyclische Aromatische Koolwaterstoffen (PAK's), benzeen en benzo(a)pyreen. Uit de inventarisatie blijkt niet dat bepaalde stoffen veel vaker voorkomen dan andere. De aanpak van bodemverontreinigingen vindt plaats op grond van de Wet bodembescherming. De normen en signaleringswaarden die gelden voor de bronnen voor drinkwater zijn over het algemeen lager dan de interventiewaarden die de Wet bodembescherming stelt (Anoniem, 1986). Dit verschil in normstelling leidt in de praktijk tot discussie over de noodzaak tot het aanpakken van deze verontreinigingen. Daarom biedt de Circulaire bodemsanering (Ministerie van Infrastructuur en Milieu, 2012) partijen de mogelijkheid om ook over te gaan tot sanering bij concentraties die lager zijn dan de interventiewaarden, maar in de praktijk wordt deze mogelijkheid (nog) niet benut.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen nitraat als potentiële of actuele probleemstof is aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Nitraat vormt een probleem voor grondwaterwinningen, niet voor oppervlaktewaterwinningen. Nitraat komt met name in het grondwater terecht via water dat uitspoelt uit de wortelzone van landbouwgronden. Door denitrificatie kan nitraat worden afgebroken. Als hierbij pyrietoxidatie optreedt, kunnen ook het sulfaatgehalte alsmede de gehalten aan zware metalen zoals bijvoorbeeld nikkel toenemen. Ook de hardheid kan hierdoor toenemen.

  • Categories  

    Overzicht van winlokaties voor drinkwater, met een of meer probleemstoffen in het onttrokken water.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen chloride als potentiële of actuele probleemstof is aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. In een gebiedsdossier van een winning worden door de betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterbeheerder) huidige en toekomstige risico’s voor de waterkwaliteit geïnventariseerd. Deze risico’s kunnen zowel inhoudelijk als beleidsmatig van aard zijn. In de gebiedsdossiers worden ook mogelijke maatregelen geïdentificeerd waarover de partijen in een volgende fase afspraken maken. Ook geven de regiehouders vorm aan het proces van afspraken maken en bewaken zij de voortgang van de uitvoering van maatregelen zoals die zijn afgesproken.