2025
Type of resources
Metadata standard
Topics
Provided by
Years
Representation types
Update frequencies
status
Service types
Scale
Resolution
-
Volgens de LCP-voorschriften in de Richtlijn Industriële Emissies (RIE) hoeven emissies alleen gerapporteerd te worden voor installaties met een thermisch vermogen van 50 MWth of meer. Voor installaties met een lager vermogen (< 50 MWth) geldt geen verplichting tot rapportage per installatie, ook niet wanneer de drempelwaarde wordt overschreden. Wel moet op inrichtingsniveau worden gerapporteerd als de PRTR-drempelwaarde wordt overschreden. Daarnaast blijft de verplichting bestaan om voor grote stookinstallaties de emissies van NOx, SO₂ en totaal stof per installatiegroep te rapporteren, indien de totale jaarvracht op inrichtingsniveau boven de drempelwaarde uitkomt.
-
Elke vier jaar rapporteert Nederland aan de Europese Unie over de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater in ons land. Dit heet de Nitraatrapportage en is een verplichting vanuit de Europese Nitraatrichtlijn. Het rapport beschrijft ontwikkelingen in het mestbeleid, veranderingen in de landbouwpraktijk en het effect daarvan op de kwaliteit van het grondwater en oppervlaktewater. De Nitraatrapportage 2024 verscheen op 28 november 2024. Alle EU-lidstaten leveren ook hun data over de waterkwaliteit aan de Europese Commissie. Het RIVM doet dit namens Nederland. Voor de HVD verplichting is op 9 februari 2025 een gedeelte van de brondata van de Nitraatrapportage ontsloten via metadata records. Dit betreft op dit moment uitsluitend de data van het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG). De brondata van het LMG staat op het opendata platform Zenodo, zie de link opgenomen in dit metadatarecord. Indien het gewenst is om de LMG data te bekijken wordt aangeraden om data te downloaden van Zenodo. De resultaten van het LMG zijn gepubliceerd als het aandeel stikstof van nitraat (NO3-N). Voor het weergeven van de resultaten in mg/L nitraat, moeten deze concentraties daarom eerst worden omgerekend. De data is volgens HVD verplichting ook opgenomen als wms en wfs. De wms en wfs bestanden zijn per jaar beschikbaar gesteld. Hierdoor kan het voorkomen dat niet elke put in elke wms of wfs is opgenomen. Het LMG heeft een meetcyclus van één keer per vier jaar. Dat betekent dat elke grondwaterput minimaal één keer per vier jaar wordt bemonsterd, dat kan ook vaker zijn, maar niet vaker dan één keer per jaar. Op het opendata platform Zenodo is een werkbeschrijving opgenomen waarin precies staat beschreven welke werkstappen er zijn uitgevoerd om van de LMG brondata naar de gepubliceerde data in de Nitraatrapportage te komen.
-
Het RIVM maakt elk jaar kaarten van de luchtverontreiniging in Nederland. Dit gebeurt voor verschillende stoffen in de lucht, waaronder stikstofdioxide en fijnstof. Het RIVM gebruikt zowel modelberekeningen als metingen om deze GCN(Grootschalige Concentratiekaarten Nederland)-kaarten te maken. Zo komen de concentraties het best overeen met de werkelijke situatie in het afgelopen jaar. Slechte luchtkwaliteit is schadelijk voor de gezondheid. De GCN-kaarten worden gebruikt om de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Nederland te volgen. Overheden gebruiken de toekomstverwachtingen om beleid te maken voor een betere luchtkwaliteit. Bron: Grootschalige concentratiekaarten Nederland. Rapportage 2025 | RIVM
-
Deze viewservice toont de jaargemiddelde concentraties van stoffen in het drinkwater opgenomen per drinkwaterpompstation. De metingen zijn uitgevoerd door de drinkwaterbedrijven daar waar het drinkwater na zuivering het pompstation verlaat. Alleen de meetresultaten boven de detectiegrens zijn weergegeven. De service bevat de metingen van 2013 tot heden.
-
Emissies naar lucht en water vanuit de industrie worden via het e-MJV (elektronisch Milieujaarverslag) geregistreerd wanneer bedrijven verplicht zijn gegevens te rapporteren op grond van nationale en internationale milieuwetgeving, zoals het PRTR-protocol en de E-PRTR-verordening. Emissies naar lucht: Industriële bedrijven moeten emissies naar de lucht rapporteren wanneer zij stoffen uitstoten zoals stikstofoxiden (NOx), zwaveldioxide (SO₂), fijnstof (PM), vluchtige organische stoffen (VOS), broeikasgassen (zoals CO₂ en methaan), en zware metalen. De rapportage is verplicht als de emissievracht van een bepaalde stof op jaarbasis de gestelde drempelwaarde overschrijdt. Emissies naar water: Bedrijven moeten ook rapporteren over stoffen die zij direct lozen op oppervlaktewater of indirect via het riool (met vermelding van de behandeling). Het gaat onder andere om stikstof- en fosfaatverbindingen, zware metalen, en andere milieubelastende stoffen. Net als voor luchtemissies gelden hier drempelwaarden, afhankelijk van de emissiestof en het type lozing. De rapportage in het e-MJV is verplicht voor bedrijven die onder de reikwijdte van bijlage I van de E-PRTR-verordening vallen.
-
Deze kaart is gemaakt door de NO2 concentratie op zo’n 10 miljoen locaties in Nederland te interpoleren naar een landsdekkend rasterbestand met een resolutie van 25x25 meter.
-
Emissies naar het riool vanuit de industrie worden via het e-MJV (elektronisch Milieujaarverslag) gerapporteerd wanneer bedrijven bepaalde drempelwaarden overschrijden, zoals vastgelegd in het EPRTR-protocol (European Pollutant Release and Transfer Register). Bij lozingen op het riool gaat het om stoffen die via industriële processen in het bedrijfsafvalwater terechtkomen en via het gemeentelijk riool naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) worden afgevoerd. Bedrijven moeten deze emissies rapporteren als ze onder de reikwijdte van de E-PRTR-verordening vallen én als de emissies van bepaalde stoffen boven de rapportagedrempels uitkomen.
-
Voor het Integraal PRTR-verslag (PRTR) moeten bedrijven, wanneer zij de drempelwaarden overschrijden, rapporteren hoeveel afval zij hebben afgevoerd, en op welke wijze dit afval is verwerkt (afvoer binnen Nederland of naar het buitenland, en of het nuttig is toegepast of verwijderd). Deze verplichting geldt voor bedrijven die onder de reikwijdte van Annex I van de E-PRTR-verordening vallen.
-
Het RIVM maakt elk jaar kaarten van de luchtverontreiniging in Nederland. Dit gebeurt voor verschillende stoffen in de lucht, waaronder stikstofdioxide en fijnstof. Het RIVM gebruikt zowel modelberekeningen als metingen om deze GCN(Grootschalige Concentratiekaarten Nederland)-kaarten te maken. Zo komen de concentraties het best overeen met de werkelijke situatie in het afgelopen jaar. Slechte luchtkwaliteit is schadelijk voor de gezondheid. De GCN-kaarten worden gebruikt om de ontwikkeling van de luchtkwaliteit in Nederland te volgen. Overheden gebruiken de toekomstverwachtingen om beleid te maken voor een betere luchtkwaliteit. Bron: Grootschalige concentratiekaarten Nederland. Rapportage 2025 | RIVM in te vullen
-
Deze webservice toont de jaargemiddelde concentraties van stoffen in het drinkwater opgenomen per drinkwaterpompstation. De metingen zijn uitgevoerd door de drinkwaterbedrijven daar waar het drinkwater na zuivering het pompstation verlaat. Alleen de meetresultaten boven de detectiegrens zijn weergegeven.