vector
Type of resources
Metadata standard
Topics
Provided by
Years
Formats
Representation types
Update frequencies
status
Scale
-
Emissies naar het riool vanuit de industrie worden via het e-MJV (elektronisch Milieujaarverslag) gerapporteerd wanneer bedrijven bepaalde drempelwaarden overschrijden, zoals vastgelegd in het EPRTR-protocol (European Pollutant Release and Transfer Register). Bij lozingen op het riool gaat het om stoffen die via industriële processen in het bedrijfsafvalwater terechtkomen en via het gemeentelijk riool naar een rioolwaterzuiveringsinstallatie (RWZI) worden afgevoerd. Bedrijven moeten deze emissies rapporteren als ze onder de reikwijdte van de E-PRTR-verordening vallen én als de emissies van bepaalde stoffen boven de rapportagedrempels uitkomen.
-
Deze dataset bevat de emissies en afvalstromen vanuit de belangrijkste industriële faciliteiten in Nederland zoals deze met het elektronisch Milieujaarverslag worden verzameld in het kader van de Europese E-PRTR verplichting door RIVM aan de Europese Unie worden gerapporteerd. Het bevoegd gezag (provincie, gemeente, waterschap, omgevingsdienst etc.) van het bedrijf heeft vooraf de emissies en afvalstromen gevalideerd. Deze dataset betreft de hoeveelheid gevaarlijk en niet gevaarlijk afval, hierbij gaat het om jaarvrachten.
-
Deze dataset toont de jaargemiddelde concentraties van stoffen in het drinkwater opgenomen per drinkwaterpompstation. De metingen zijn uitgevoerd door de drinkwaterbedrijven daar waar het drinkwater na zuivering het pompstation verlaat. Alleen de meetresultaten boven de detectiegrens zijn weergegeven. De dataset bevat de metingen van 2013 tot heden.
-
Bevat de emissies van stoffen naar de lucht en het brandstofverbruik van de grote vuurhaarden in Nederland (Large Combustion Plants) over het rapportagejaar 2016.
-
Ruwe ongevalideerde glijdende 24-uurswaarden fijnere fractie van fijn stof (PM2.5) op grondniveau in de buitenlucht gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwalteit (LML). Stof is een verzamelnaam voor alle deeltjes, die in de lucht zweven. Als de diameter van de deeltjes kleiner is dan 2,5 micrometer dan wordt er gesproken van de fijnere fractie van fijn stof. Fijn stof heeft vele bronnen en worden ook gevormd door chemische reacties in de lucht. Fijn stof heeft effect op de menselijke gezondheid.
-
Het Landelijk Meetnet Grondwaterkwaliteit (LMG) is opgebouwd tussen 1979 en 1984 en bestaat uit ongeveer 350 meetlocaties die zijn verspreid over heel Nederland. Er wordt bemonsterd in permanente putten die speciaal voor monitoringsdoeleinden zijn aangelegd. Deze waarnemingsputten zijn net buiten de velden aangelegd om eenvoudig te kunnen bemonsteren en de werkzaamheden in het veld niet te hinderen. De locaties zijn geselecteerd op basis van grondsoort, het landgebruik en de hydrologische toestand. Op elke locatie worden grondwatermonsters genomen op diepten van 5-15 m (ondiepe filters) en 15-30 m onder het maaiveld (diepe filters). Op zandgrond worden uit ondiepe waarnemingsputten elk jaar monsters genomen, terwijl er op de andere grondsoorten (klei en veen) elke twee jaar monsters worden genomen uit ondiepe putten. Uit diepe putten wordt elke vier jaar een monster genomen, evenals uit ondiepe filters op meetpunten met mariene invloeden. De putten die niet elk jaar worden bemonsterd, worden in geïnterpoleerd voor de afwezige jaren.
-
Dit bestand bevat de actieplannen geluid van de Nederlandse rijks- en provinciale wegen conform het END-datamodel (Environmental Noise Directive). Iedere vijf jaar stellen aangewezen overheden een geluidbelastingkaart en een actieplan vast. Deze overheden zijn het Rijk, provincies en een aantal gemeenten. De verplichting komt voort uit de Europese richtlijn omgevingslawaai en is geïmplementeerd in de Omgevingswet. De richtlijn is gericht op het vermijden, voorkomen of verminderen van schadelijke gevolgen van omgevingslawaai. Dit wordt bereikt door het in kaart brengen van de geluidbelasting en het aannemen van actieplannen om gezondheidseffecten door omgevingslawaai (waar nodig) te voorkomen en te beperken, en om een goede milieukwaliteit te handhaven.
-
Ruwe ongevalideerde uurwaarden ammoniak (NH3) op grondniveau in de buitenlucht gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwalteit (LML). Ammoniak is gasvormig en is een base. Het draagt bij aan fijn stof doordat het omgezet tot ammoniumzouten. Het draagt ook bij aan de verzuring door omzetting in de bodem tot ammonium.
-
Ruwe ongevalideerde uurwaarden stikstofdioxide (NO2) op grondniveau in de buitenlucht gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwalteit (LML). Stikstofdioxide is een bruin gas. Blootstelling aan stikstofdioxide (NO2) hangt samen met een verminderde longfunctie, een toename van luchtwegklachten en astma-aanvallen en een verhoogde gevoeligheid voor infecties. De concentratie van stikstofdioxide (NO2) in Nederland neemt toe vanuit het noorden naar het zuiden. Verkeer is een belangrijke bron van stikstofdioxide. Langs drukke verkeerswegen in vooral de Randstad en het zuiden van Nederland wordt de wettelijke norm (40 microgram/m3 gemiddeld over een jaar) overschreden. Daarnaast ontstaat NO2 uit een reactie tussen stikstofmonoxide en ozon. Het weer en de verkeersdrukte hebben grote invloed op de concentratie.
-
Ruwe ongevalideerde glijdende 24-uurswaarden fijn stof (PM10) op grondniveau in de buitenlucht gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwaliteit (LML). Stof is een verzamelnaam voor alle deeltjes, die in de lucht zweven. Als de diameter van de deeltjes kleiner is dan 10 micrometer dan wordt er gesproken van fijn stof. Fijn stof heeft vele bronnen en worden ook gevormd door chemische reacties in de lucht. De wettelijke norm is een jaargemiddelde van 40 microgram per kubieke meter. Daarnaast mag het daggemiddelde jaarlijks maximaal 35 keer hoger zijn dan 50 microgram per kubieke meter. Fijn stof heeft effect op de menselijke gezondheid. Ook onder de wettelijke normen.
RIVMdata