2015
Type of resources
Metadata standard
Topics
Provided by
Years
status
Service types
Scale
Resolution
-
Het waterwingebied rondom drinkwaterwinningen uit grondwater is de kleinste beschermingszone rondom een winning van grondwater voor drinkwater. Het is de grens waarvan het toestromende grondwater 60 dagen reistijd heeft tot de winning. Deze 60 dagen reistijd door de ondergrond gelden als minimale reistijd om het water bacteriologisch betrouwbaar te maken. Binnen dit gebied gelden strenge eisen voor de activiteiten die er mogen plaatsvinden.
-
Regenwormen behoren tot de reuzen van het bodemleven, de zogenoemde macrofauna. In Nederland zijn ongeveer 25 soorten bekend, maar de meeste daarvan worden zelden waargenomen. Enkele soorten komen juist heel veel voor. Regenwormen worden ingedeeld in drie groepen, op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen. Zo zijn er de pendelaars, die diepe verticale gangen maken en plantenresten tot ver in de bodem brengen. Zij vergroten het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Daarnaast zijn er de regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven en de soorten die juist dieper in de bodem zitten. De eerste groep composteert plantaardig materiaal en maakt veel stikstof, fosfaat en kalium vrij. De laatste groep bevordert de beluchting en stimuleert de microbiële activiteit in de bodem. Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie. Regenwormen spelen door hun gedrag en eigenschappen een belangrijke rol bij de structuurvorming van de bodem. De meeste soorten regenwormen worden aangetroffen bij de melkveehouderij op de kleigronden. Regenwormen zijn cruciaal voor: • nutriëntenhuishouding • bodemstructuur • afbraak en opslag organische stof • opslag en afgifte van water • habitat en biodiversiteit
-
Alle GGD’en in Nederland verzamelen elke vier jaar gegevens over de gezondheid, het welzijn en de leefstijl van jongeren via de Gezondheidsmonitor Jeugd. Dit grootschalige digitale vragenlijstonderzoek vindt plaats onder scholieren in klas 2 en 4 van het regulier voortgezet onderwijs. Alle GGD’en voeren het onderzoek in hetzelfde jaar op uniforme wijze uit. GGD’en gebruiken hiervoor dezelfde digitale (basis)vragenlijst. Hierdoor is het mogelijk om de resultaten op landelijk, regionaal en lokaal niveau te vergelijken. In de basisvragenlijst zijn o.a. vragen opgenomen met betrekking tot mentale en fysieke gezondheid, veerkracht, vertrouwen in de toekomst, geluk, stress en weerbaarheid, (cyber)pesten, sexting, roken, drinken en cannabisgebruik, bewegen en sociale media en gamen. De resultaten van het onderzoek helpen bij de ontwikkeling van beleid om de gezondheid van middelbare scholieren te verbeteren. Sinds 2015 is de Gezondheidsmonitor Jeugd vier keer landelijk geharmoniseerd uitgevoerd. Het beheer van de landelijke databestanden ligt bij het RIVM. Gezondheidsmonitor Jeugd 2023 (N=188.421): In alle GGD-regio’s werden alle scholen uitgenodigd om mee te doen. Na het samenvoegen van alle regionale bestanden en opschonen van de data bevat het bestand gegevens van 188.421 jongeren. Alle 25 GGD-regio’s hebben bijgedragen aan prevalentiecijfers op landelijk, regionaal en gemeenteniveau. Corona Gezondheidsmonitor Jeugd 2021 (N=166.786): In 2021 is een extra meting uitgevoerd in het kader van het Gezondheidsonderzoek COVID-19 van het Netwerk GOR. Het netwerk GOR bestaat uit GGD’en, GGD GHOR Nederland, RIVM, het NIVEL en ARQ Nationaal Psychotrauma Centrum. In alle GGD-regio’s werden alle scholen uitgenodigd om mee te doen. Na het samenvoegen van alle regionale bestanden en opschonen van de data bevat het bestand gegevens van 166.786 jongeren. Alle 25 GGD-regio’s hebben bijgedragen aan prevalentiecijfers op landelijk, regionaal en gemeenteniveau. Gezondheidsmonitor Jeugd 2019 (N=171.192): De omvang van de steekproeven verschilde per GGD-regio. Na het samenvoegen van alle regionale bestanden en opschonen van de data bevat het landelijk databestand gegevens van 171.192 jongeren. Alle 25 GGD-regio’s hebben bijgedragen aan prevalentiecijfers op regionaal (GGD-regio) en landelijk niveau. In 19 GGD-regio’s werden alle scholen uitgenodigd om mee te doen met het vragenlijstonderzoek, zodat in die regio’s ook prevalentiecijfers voor gemeenten beschikbaar zijn. Gezondheidsmonitor Jeugd 2015 (N=96.919): De omvang van de steekproeven verschilde per GGD-regio. Na het samenvoegen van alle regionale bestanden en opschonen van de data bevat het landelijk databestand gegevens van 96.919 jongeren. Alle 25 GGD-regio’s hebben bijgedragen aan prevalentiecijfers op landelijk niveau. Daarnaast zijn in 14 regio’s ook prevalentiecijfers op regionaal niveau (GGD-regio) beschikbaar. In 9 van die 14 GGD-regio’s werden alle scholen uitgenodigd om mee te doen met het vragenlijstonderzoek, zodat in die regio’s ook prevalentiecijfers voor gemeenten beschikbaar zijn. Voor meer informatie over de monitors en een overzicht van de resultaten zie monitorgezondheid.nl/gezondheidsmonitor-jeugd. Via monitorgezondheid.nl/data-aanvraag kunt u data of cijfers aanvragen uit de Gezondheidsmonitors voor onderzoek en beleid op zowel lokaal, regionaal als landelijk niveau. De licentie betreft de meta data en niet de dataset.
-
Het Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu (RIVM) levert jaarlijks kaarten met grootschalige concentratie- en depositieniveau's voor Nederland van diverse luchtverontreinigende stoffen waarvoor Europese regelgeving bestaat. De concentratiekaarten met resolutie 1 x 1 km zijn gebaseerd op een combinatie van modelberekeningen en metingen en zijn bedoeld voor het geven van een grootschalig beeld van de luchtkwaliteit in Nederland zowel voor jaren in het verleden als in de toekomst.
-
De beschermingszone rondom drinkwaterwinningen uit grondwater. Dit beschermingsgebied wordt bepaald door de povincie en vastgelegd in de Provinciale Milieu Verordening. Het gebied is meestal vastgesteld op basis van een berekende verblijftijd van een waterdeeltje van 25 jaar in het watervoerende pakket waar de drinkwaterontrekking plaatsvindt.
-
Regenwormen behoren tot de reuzen van het bodemleven, de zogenoemde macrofauna. In Nederland zijn ongeveer 25 soorten bekend, maar de meeste daarvan worden zelden waargenomen. Enkele soorten komen juist heel veel voor. Regenwormen worden ingedeeld in drie groepen, op grond van hun voedselkeuze, gedrag en voorkomen. Zo zijn er de pendelaars, die diepe verticale gangen maken en plantenresten tot ver in de bodem brengen. Zij vergroten het gehalte aan organische stof, verbeteren de bodemvruchtbaarheid en versterken het vochtregulerende vermogen. Daarnaast zijn er de regenwormen die vlak onder de oppervlakte leven en de soorten die juist dieper in de bodem zitten. De eerste groep composteert plantaardig materiaal en maakt veel stikstof, fosfaat en kalium vrij. De laatste groep bevordert de beluchting en stimuleert de microbiële activiteit in de bodem. Regenwormen zijn gevoelig voor verontreiniging en grondbewerking, zoals ploegen en mestinjectie. Regenwormen spelen door hun gedrag en eigenschappen een belangrijke rol bij de structuurvorming van de bodem. De meeste soorten regenwormen worden aangetroffen bij de melkveehouderij op de kleigronden. Regenwormen zijn cruciaal voor: • nutriëntenhuishouding • bodemstructuur • afbraak en opslag organische stof • opslag en afgifte van water • habitat en biodiversiteit
-
Wat ziet U: De relatief ongestoorde en niet vergraven bodem, die daardoor goed ecologisch kan functioneren. Wat is de waarde: Alleen een onafgedekte bodem kan ecologisch functioneren. Ook de mate van vergravenheid beinvloedt het ecologisch functioneren en daardoor vele ecosysteemdiensten Open bodem vertegenwoordigt een groot deel van het natuurlijk kapitaal van de toplaag van de bodem in Nederland. Belangrijk voor: Bodembeheer in de bebouwde omgeving, bij infrastructuur en in de glastuinbouw, waar de verstoring relatief groot is.
-
Ruwe ongevalideerde uurwaarden ammoniak (NH3) op grondniveau in de buitenlucht gemeten in het Landelijk Meetnet Luchtkwalteit (LML). Ammoniak is gasvormig en is een base. Het draagt bij aan fijn stof doordat het omgezet tot ammoniumzouten. Het draagt ook bij aan de verzuring door omzetting in de bodem tot ammonium.
-
Wat ziet U: De bodemstructuur van de bovenste 20 cm van de bodem, obv samengestelde indicatorenset Wat is de waarde: Een goede bodemstructuur is gunstig voor groei van gewassen en een buffer voor water (opslag, afgifte en transport). Een goede bodemstructuur staat toe het land te berijden zonder schade van zware machines. Belangrijk voor: Alle groene functies van de bodem (landbouw, recreatie, parken, tuinen)
-
Op de kaart ziet u de gemiddelde afstand van een woning tot de dichtstbijzijnde huisartsenpraktijk. De gemiddelden zijn per buurt uitgerekend. Hoe donkerder de kleur, hoe dichterbij de huisartsenpraktijk is. Woont u in een buurt met een donkere kleur, dan kunt u waarschijnlijk lopend naar de huisarts toe. In buurten met een lichte kleur zullen meer mensen met de fiets of de auto naar de huisarts gaan.