From 1 - 10 / 399
  • Categories    

    <p>Datasets used for the manuscript:&nbsp;<em>Long-term wastewater monitoring of SARS-CoV-2 viral loads and variants at the major international passenger hub Amsterdam Schiphol Airport: a valuable addition to COVID-19 surveillance</em></p> <p><em>pandemic_daily_passenger_counts.tsv</em>: An overview of daily passenger arrival&nbsp;counts at Amsterdam Schiphol Airport per continent of origin during the study period 16-02-2020 - 04-09-2022</p> <p><em>pre-pandemic_daily_passenger_averages.tsv:&nbsp;</em>An overview of mean daily passenger arrival counts at Amsterdam Schiphol Airport in the pre-pandemic period 2017-2019.</p> <p><em>viral_load_data.tsv:&nbsp;</em>Flow-corrected viral load (# particles per 24h) in samples taken at the wastewater treatment plant of Amsterdam Schiphol Airport.</p> <p><em>wastewater_variant_frequencies.tsv:&nbsp;</em>SARS-CoV-2 lineage estimates in samples&nbsp;taken at the wastewater treatment plant of Amsterdam Schiphol Airport, analyzed using whole-genome tiled amplicon sequencing.</p>

  • Categories    

    Re-emergence of pertussis despite high vaccination coverage in western countries, results in increased risk for severe and even fatal pertussis among newborns. For this reason, late 2015 the Dutch Health Council (HC) advised to offer 3rd trimester pertussis vaccination to pregnant women. At the start of the maternal pertussis programme late 2019, the maternal Tdap was advised from 22w of gestation onwards. Preterms, accounting for 8% of newborns in the Netherlands, are at highest risk for severe pertussis leading to prolonged hospital and intensive care admissions and sometimes death. Recently, it has become evident that despite 3rd trimester vaccination, preterms remain at high risk because the vaccination is likely given too late for sufficient antibody transfer. For this vulnerable group 2nd trimester vaccination may offer better protection because of extended time for antibody transfer. To date, most countries recommend 3rd trimester vaccination to protect young, not yet (fully) vaccinated infants. Data from England show 91% effectiveness against infant pertussis after maternal Tetanus- diphtheria -acellular Pertussis (Tdap) vaccination in the 3rd trimester. Studies focussing on preterms and protection after maternal vaccination are scarce. Two observational studies reported on effectiveness and antibody levels in cord blood of 2nd trimester vaccination in term infants. While one study showed significantly higher antibody levels after 2nd trimester vaccination (13-25 gestational weeks; GW), another study showed decreased effectiveness of 2nd trimester (<27 GW) vaccination. Only one study concerned antibody transfer in preterms and reported higher antibody levels after 2nd (n=37) than after 3rd (n=48) trimester vaccination. Aiming to contribute to setting optimal vaccine strategy of maternal pertussis vaccination in the Netherlands and elsewhere and particular for the most vulnerable group of preterms, we propose a study that compares pertussis antibody levels in preterms and terms after 2nd trimester maternal vaccination. We can compare these to data we have on 3rd trimester Tdap in terms. In addition to adequate antibody levels, success of 2nd trimester vaccination depends on acceptance of this strategy by pregnant women and professionals. Our primary endpoint is IgG anti-pertussis toxin (Pt) antibody concentration in preterms and terms at 2m of age, Pt is considered the most relevant antibody for protection against clinical pertussis. Secondary endpoints are e.g. pertussis specific antibody concentrations in preterms and terms in cord blood and in women at delivery. Determinants of acceptance of 2nd trimester maternal vaccination are also a secondary endpoint. Antibody concentrations will be assessed in serum, using a fluorescent bead-based multiplex immunoassay, with required blood volume of minimal 100µl. For the survey on acceptance, we aim to have 4 groups of 100 women each, i.e. women who are pregnant for the 1st time, women who already gave birth and in both groups women with and without a known increased risk of preterm delivery. For the immunogenicity part, we aim to have at least 60 preterms and 60 terms, as this is, according to experts, the minimum number to enable good comparisons. Pregnant women will be offered 2nd trimester pertussis vaccination. Both among acceptors and non-acceptors acceptance of 2nd trimester vaccination will be assessed. Women are first asked to participate in the acceptance part after the 1st antenatal visit to a midwife or obstetrician. They fill in a questionnaire to assess behavioral determinants and beliefs that underlie acceptance of 2nd trimester maternal vaccination. Only after this consent, women will be asked to participate in the immunogenicity part. Hereby, women will receive Tdap after they have the 20w standard anomaly ultrasound scan (20-24 GW). Vaccinated women will be followed until delivery. All preterms and a random selection of 60 terms, all of vaccinated mothers, will be followed until 2m of age, i.e. just before start of the NIP. By including both women in primary and secondary antenatal care, we aim to enrich our study population with women who are at increased risk for preterm delivery, as these women are usually seen by an obstetrician. Data from our study will determine whether 2nd trimester Tdap leads to sufficient Pt antibodiy concentration in terms and preterms compared to 3rd trimester vaccination. Furthermore, we will have knowledge about obstacles for acceptance and can tailor information for all pregnant women to overcome these. Finally, given that in near future besides pertussis other maternal vaccines are likely to become available for prevention of severe disease in newborns (RSV, GBS), in particular in preterms, this study generates essential knowledge for future vaccine policy of maternal vaccines.

  • Categories    

    Deze webservice toont bevat de emissies en afvalstromen vanuit de belangrijkste industriële faciliteiten in Nederland zoals deze met het elektronisch Milieujaarverslag worden verzameld in het kader van de Europese E-PRTR verplichting door RIVM aan de Europese Unie worden gerapporteerd. Het bevoegd gezag (provincie, gemeente, waterschap, omgevingsdienst etc.) van het bedrijf heeft vooraf de emissies en afvalstromen gevalideerd. Deze dataset betreft de emissies naar het riool, hierbij gaat het om jaarvrachten.

  • Categories  

    genexpressie in humane neurale stamcellen na blootstelling aan stoffen

  • Categories  

    Stikstof (N-totaal) belasting oppervlaktewater uit alle bronnen in 2014 in kg per jaar. Emissieregistratie 1990 - 2014. (vastgesteld 2016)

  • Categories  

    Deze kaart geeft voor elke cel (10X10m of 1 a) de bodemgeschiktheid weer voor een specifiek gewas. Deze bodemgeschiktheid wordt uitgedrukt aan de hand van een score tussen 0 en 1. Deze score geeft het relatief productieniveau weer vergeleken met een optimale bodem. De kaart geeft een beeld van de ruimtelijke spreiding van de geschiktheid van percelen voor lanbouwproductie. De kaart bevat relevante informatie voor landbouwers, meer bepaald als ondersteunende informatie voor het selecteren van gewassen. De kaart is geproduceerd voor de Atlas Natuurlijk Kapitaal door kennisinstituten RIVM en VITO (België).

  • Categories  

    Deze kaart geeft de ligging aan van de boringsvrije zones rondom drinkwaterwinningen. Deze zones zijn ingesteld om te voorkomen dat afsluitende lagen in de ondergrond (bijvoorbeeld klei- of leemlagen) worden doorboord. Deze lagen bieden bij kwetsbare winningen een extra bescherming tegen het uitspoelen van verontreinigingen naar het diepere grondwater dat bestemd is voor drinkwaterproductie. Naast deze lokale boringsvrije zones rondom winningen zijn er ook een aantal regionale boringsvrij zones weergegeven op deze kaart. Een voorbeeld hiervan is de Centrale Slenk. Dit gebied van Horsten en Slenken wordt beschermd met een broingsvrije zone vanwege zijn status als aardkundig monument.

  • Categories  

    De hemelhelderheid is een maat voor hoe donker het 's nachts is. Het betreft de luminantie (lichtsterkte per oppervlakte eenheid) in het punt aan de hemel als je recht omhoog kijkt (het zogenaamde Zenit). De luminantie varieert op een locatie sterk. In deze kaart kunt u de berekende hemelhelderheid zien, uitgedrukt in milicandela per m2 voor de situatie: [1] in de avond zonder bewolking. [2] in de nacht zonder bewolking. [3] in de avond met bewolking. [4] in de nacht met bewolking. N.B. In de berekening zijn alleen Nederlandse bronnen meegenomen. Bronnen uit het buitenland ontbreken. Hierdoor is de berekende hemelhelderheid in de grensstreek waarschijnlijk een onderschatting van de werkelijke hemelhelderheid.

  • Categories  

    Water kan op veel plekken geborgen worden. In dit bestand wordt de afvoermogelijkheid door de grote rivieren in beeld gebracht. Het bestand geeft de maximale afvoercapaciteit van de Maas waarop de zogenaamde Maatgevende Hoogwaterstanden (MHW) zijn gebaseerd. Het geeft dus aan welke hoeveelheid water er maximaal veilig door de rivier afgevoerd zou moeten kunnen worden. Het is niet gelijk aan de echt maximale afvoercapaciteit op elk punt op de rivier. In werkelijkheid moet ook rekening gehouden worden met zijdelingse toestroom vanuit het regionale systeem op de rivieren. Deze zorgt ervoor dat de afvoer lokaal hoger kan zijn.

  • Categories  

    Dit bestand bevat de volgende data: - Percentage van deelnemers met een positieve testuitslag voor SARS-CoV-2 (zelftest en/of PCR-test) uit het totaal aan unieke(1) deelnemers aan Infectieradar die een vragenlijst heeft ingevuld, per kalenderweek (maandag t/m zondag). Het bestand is als volgt opgebouwd: • Eén record per kalenderweek Het bestand wordt een keer in de week op dinsdag geüpdatet, met data van de afgelopen kalenderweek (= maandag t/m zondag). Vanaf 6 september 2023 wordt dit bestand wekelijks op woensdag geüpdatet. De data wordt op deze dag met terugwerkende kracht bijgewerkt voor de andere dagen. Beschrijving van de variabelen: Version: versienummer van de dataset. Wanneer de inhoud van de dataset structureel wordt gewijzigd (dus niet de dagelijkse update of een correctie op record niveau), zal het versienummer aangepast worden (+1) en ook de corresponderende metadata in RIVMdata (data.rivm.nl). Date_of_report: Datum en tijd waarop het databestand is aangemaakt door het RIVM. Date_of_statistics: startdatum van de kalenderweek waarover gerapporteerd is. Perc_covid_test_positive: percentage van deelnemers met een positieve testuitslag voor SARS-CoV-2 (zelftest en/of PCR-test) uit het totaal aan unieke(1) deelnemers aan Infectieradar die een vragenlijst heeft ingevuld, per kalenderweek (maandag t/m zondag). (1) Het totaal aantal deelnemers aan Infectieradar dat tenminste één keer die week de vragenlijst heeft ingevuld