From 1 - 10 / 29
  • Categories  

    Gemiddeld komt er over de Maas 230 m3/s water binnen. Minimaal komt er 0 m3/s het land binnen over de Maas.

  • Categories  

    Overzicht van winlokaties voor drinkwater, met een of meer probleemstoffen in het onttrokken water.

  • Categories  

    Water kan op veel plekken geborgen worden. In dit bestand wordt de afvoermogelijkheid door de grote rivieren in beeld gebracht. Dit wordt geschouwd als de maximale hoeveelheid die veilig geborgen kan worden in de grote rivieren. Het bestand geeft de maximale afvoercapaciteit van de Rijntakken en Maas waarop de zogenaamde Maatgevende Hoogwaterstanden (MHW) zijn gebaseerd. Het geeft dus aan welke hoeveelheid water er maximaal veilig door de rivieren afgevoerd zou moeten kunnen worden. Het geeft een beeld van de verdeling (in m3/s per tak) zoals die verdeeld wordt bij een afvoer van 16.000 m3/s bij Lobith en 3.800 m3/s bij Eijsden. Het is niet gelijk aan de echt maximale afvoercapaciteit op elk punt op de rivieren. In werkelijkheid moet ook rekening gehouden worden met zijdelingse toestroom vanuit het regionale systeem op de rivieren. Deze zorgt ervoor dat de afvoer lokaal hoger kan zijn.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen emerging substances als potentiële of actuele probleemstof zijn aangetroffen. Tot de stofgroep 'emerging substances’ zijn nieuwe en nog niet genormeerde stoffen gerekend. Het gaat dan bijvoorbeeld om hormonen, geneesmiddelen en industriële stoffen zoals DTPA en EDTA. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. In een gebiedsdossier van een winning worden door de betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterbeheerder) huidige en toekomstige risico’s voor de waterkwaliteit geïnventariseerd. Deze risico’s kunnen zowel inhoudelijk als beleidsmatig van aard zijn. In de gebiedsdossiers worden ook mogelijke maatregelen geïdentificeerd waarover de partijen in een volgende fase afspraken maken. Ook geven de regiehouders vorm aan het proces van afspraken maken en bewaken zij de voortgang van de uitvoering van maatregelen zoals die zijn afgesproken.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen gewasbeschermingsmiddelen als potentiële of actuele probleemstof zijn aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. In een gebiedsdossier van een winning worden door de betrokken partijen (gemeente, provincie, drinkwaterbedrijf en waterbeheerder) huidige en toekomstige risico’s voor de waterkwaliteit geïnventariseerd. Deze risico’s kunnen zowel inhoudelijk als beleidsmatig van aard zijn. In de gebiedsdossiers worden ook mogelijke maatregelen geïdentificeerd waarover de partijen in een volgende fase afspraken maken. Ook geven de regiehouders vorm aan het proces van afspraken maken en bewaken zij de voortgang van de uitvoering van maatregelen zoals die zijn afgesproken.

  • Categories  

    Wat ziet u: de trend in de gemiddelde nitraatconcentratie in de bovenste meter van het grondwater in natuurgebieden voor de periode 1989-2014. De kaart toont de daling (in %) in nitraatconcentratie per locatie tussen 1989 en 2014 (een groen/geel bolletje: nitraat is gedaald; een rood/paars bolletje: nitraat is gestegen). De enige input van N en S in deze gebieden vindt plaats via de lucht, via atmosferische depositie. Door (inter)nationale maatregelen zijn N en S emissies en deposities afgenomen en dit is terug te zien in de trends in het grondwater in natuurgebieden. De kaart is gebaseerd op metingen van het TrendMeetnet Verzuring. Op 150 locaties in Nederland, met name in bos/heide-gebieden op zand, zijn monsters genomen van de bovenste meter van het grondwater. De locaties zijn in de periode 1989-2014 6 maal bemonsterd.

  • Categories  

    Deze kaart geeft aan bij welke winningen nitraat als potentiële of actuele probleemstof is aangetroffen. De kaart is gebaseerd op informatie uit de gebiedsdossiers voor drinkwaterwinningen. Nitraat vormt een probleem voor grondwaterwinningen, niet voor oppervlaktewaterwinningen. Nitraat komt met name in het grondwater terecht via water dat uitspoelt uit de wortelzone van landbouwgronden. Door denitrificatie kan nitraat worden afgebroken. Als hierbij pyrietoxidatie optreedt, kunnen ook het sulfaatgehalte alsmede de gehalten aan zware metalen zoals bijvoorbeeld nikkel toenemen. Ook de hardheid kan hierdoor toenemen.

  • Categories  

    Water kan op veel plekken geborgen worden. Dit bestand geeft een beeld van de Waterberging in grote meren, waarmee de maximale bergingscapaciteit van de grote oppervlaktewateren bedoeld wordt. Deze is in beeld gebracht in m3 voor verschillende peilopzetten. De extra bergingscapaciteit wordt weergegevenbij een peilopzet van 10cm, 20cm en 30cm.

  • Categories  

    Zoet oppervlaktewater wordt gebruikt voor een aantal doeleinden, waaronder voor het doorspoelen van het regionale watersysteem. Doorspoeling. In met name het westen van Nederland is zoet water ook nodig om te voorkomen dat het water in het regionale systeem te zout wordt. Het zoute water wordt in deze gebieden uit de ondergrond aangevoerd (zoute kwel). Door het steeds te vermengen met voldoende zoet water (door sloten door te spoelen) wordt het opppervlaktewater niet te zout om het ook voor beregening te kunnen gebruiken. Overigens wordt ook water in het hoofdwatersysteem gebruikt om te voorkomen dat de zouttong vanuit zee te ver landinwaarts op rukt en daarmee de inlaatpunten van zoet water bedreigt. Dit wodt bewerkstelligd door een minimaal debiet in het hoofdwatersysteem. Voor deze watervraag is binnen ‘Deltaprogramma zoet water’ bepaald wat de totale hoeveelheid water is die aangevoerd kan worden en wat het uiteindelijke tekort aan zoet water voor dit doeleinde is. De resultaten kunnen gepresenteerd worden voor 5 deelgebieden waarin Nederland is verdeeld in de sommen die DP Zoetwater heeft laten uitvoeren. (getallen in m3/zomerhalfjaar).

  • Categories    

    De beschikbaarheid van zoet grond- en oppervlaktewater is van belang voor landbouw, industrie, drinkwater en natuur. Verzilting van het grond- en oppervlaktewater vindt plaats in het kustgebied van Nederland door indringing van zeewater via de grote rivieren en zoute kwel (het omhoog stromen van zout grondwater naar het oppervlak). Het ligt in de verwachting dat door de voorspelde klimaatverandering en toekomstige stijging van de zeespiegel, de zoute kwel en de zoutindringing vanuit de zee zal toenemen en de beschikbaarheid van zoet grond- en oppervlaktewater zal afnemen. Deze factsheet behandelt de beschikbaarheid van zoet grondwater. Grondwater De huidige beschikbaarheid van zoet grondwater in het Nederlandse kustgebied is beperkt door het ondiep voorkomen van zout grondwater. Dit zoute grondwater is ‘oud’ zeewater dat tijdens de Holocene overstromingen van de zee de ondergrond is ingetrokken. Sinds het aanleggen van polders door de mens stroomt dit zoute grondwater weer richting het oppervlak (zoute kwel). Door genoemde processen is de ruimtelijke variatie van het voorkomen van zoet grondwater groot. In de zuidwestelijke delta, en de noordelijke kustgebieden zit het zoute grondwater zeer ondiep (< 5 m-mv) terwijl in west-Nederland het zoute grondwater tussen 25 en 50 m-mv wordt aangetroffen. Onder de duinen worden dikke zoetwaterbellen aangetroffen (tot 100 m) die voor drinkwater worden gebruikt. Onder hoger gelegen zandige kreekruggen komen zoetwaterbellen van 5 tot 25 m dikte waaruit door de landbouw voor beregening wordt onttrokken. De kaart met het grensvlak van 1000 mg/l chloride geeft op landelijks schaal aan tot op welke diepte zoet grondwater wordt aangetroffen en geeft dus een goede indicatie waar zoet grondwater beschikbaar is. De kaart is gebaseerd op een groot aantal metingen maar de ruimtelijke variatie is zo groot dat de kaart niet geschikt is voor gebruik op lokale schaal. Het zoet-brak grondwater grensvlak varieert niet veel in de tijd omdat stromingsprocessen in de ondergrond langzaam gaan. Echter, bij het onttrekken van zoet grondwater in kustgebieden kan bij een te groot onttrekkingsdebiet in korte tijd dieper zout grondwater worden aangetrokken. Dit proces heet zoutwater opkegeling en beperkt de zoetwaterbeschikbaarheid. Onderstaande figuur laat zien dat verzilting van onttrekkingsputten een serieus probleem is. Definities: Chloride is een conservatieve stof die relatief veel bemeten is t.o.v. andere stoffen en is de dominante representant voor het zoutgehalte van water. Definities van zoet, brak en zout water zijn daarom gebaseerd op chloride concentratie. Klasse: Chloride concentratie (mg Cl /l) Zoet: < 1000 Brak: 1000 – 3000 Zout: > 3000